Allemaal Utrechters – Jend Hordejan: ‘De conceptie van homoseksualiteit in de Filipijnen is erg vrouwelijk’

Allemaal Utrechters is een reeks interviews met onze in het buitenland geboren stadsgenoten. We vragen ze naar hun achtergrond en hun ideeën over Utrecht en tonen zo de diversiteit van onze stad. We streven ernaar alle Utrechtse nationaliteiten te portretteren. Deze keer: Jend Hordejan (38) uit de Filipijnen.

De Filipijnse Jend en de Nederlandse Martijn verhuisden een jaar geleden naar Nederland na een paar jaar in Singapore en Bangkok. De dochter van Martijn studeert hier en ze konden haar vanuit Nederland goed ondersteunen. Maar december in Nederland, als je Bangkok-weer gewend bent, is een grote overgang. Jend: “Martijn had me gezegd dat het hier vaak regent. Ik dacht, ik kom van de Filipijnen waar het altijd stormt, ik kan wel tegen een beetje regen. Maar ik was één ding vergeten en dat is dat het naast regen ook ijs- en ijskoud is!”

Afgelopen winter zag Jend voor het eerst in zijn leven sneeuw en genoot daar zo’n twee minuten van. “Toen ben ik naar binnen gegaan. Ik kende sneeuw alleen van televisie, maar nu ik de sneeuw zelf heb meegemaakt, voel ik de kou als ik het zie.”

Net als veel nieuwe Utrechters viel het Jend op hoe direct de Nederlanders zijn. “Mensen laten het duidelijk weten als je iets verkeerd doet. Collega’s, maar ook in het verkeer krijg je het te horen. Vooral fietsers hebben een grote mond, ook als ik in de auto zit en zij kwetsbaarder zijn. Maar in Utrecht zijn fietsers koning.”

Een goed moment

“In de Filipijnen gebruiken we liever een omweg om dingen te zeggen, om rekening te houden met andermans gevoelens.” Jends coming out is daar een prachtig voorbeeld van. “In de Filipijnen is homoseksualiteit prima op tv, maar niet in je eigen familie. De conceptie van homoseksualiteit is erg vrouwelijk. Een homo is gelijk een crossdresser of een man die liever een vrouw wil zijn. Toen ik ontdekte dat ik gay was, maar niet in een vrouw wilde veranderen, besloot ik het dus maar voor mezelf te houden.”

Pas toen hij in Singapore woonde, zeker zes jaar nadat hij uit de Filipijnen was vertrokken, nam zijn broer hem tijdens een bezoek apart. De hele week had hij gevraagd hoe Jend zich voelde, omdat hij een goed moment zocht om het onderwerp aan te snijden. En zelfs toen ze in het park liepen, kreeg Jends broer de vraag amper over zijn lippen. “Ik voelde aan wat er zou komen en zei: ‘Is het absoluut noodzakelijk dat je me dit vraagt?’ Hij zei ja. ‘Ben je bereid het antwoord te horen?’ Weer knikte hij en dus zei ik: ‘Ja lieve broer, ik ben gay’.”

Zijn broer wilde het graag weten omdat de andere broers en zussen in de familie zich hadden gerealiseerd dat ze niks wisten van het persoonlijke leven van Jend. “Ze wisten niet of ik problemen zou kunnen hebben – wat heel gek is in een cultuur die erg familie-georiënteerd is.” Vanaf dat moment nam Jend al zijn familieleden een voor een apart om het te vertellen. En gelukkig: “Ze zijn er allemaal oké mee.”

Inmiddels is Jends moeder ook in Nederland geweest, toevallig tijdens de Gay Pride. “Ze was erg verbaasd om de diversiteit van de homo-community te zien. Sommige homo’s zien er uit als hetero’s. Ze vond het zo interessant en leuk om te zien, dat ze aan het eind van de dag mee danste en riep: ‘Ik ben gay!’.” Martijn en Jend zijn in maart in Nederland verloofd en hopen het komend jaar een mooi trouwfeest te geven.