‘Bezoekers komen hier met programmaboekjes vol post-its’

Elk jaar komt het theaterfestival De Parade naar Utrecht. Het wordt voor een groot deel gerund door vrijwilligers, zoals kassamedewerker Max Clement. „Utrecht is een uitdagende stad omdat het heel veel fanatieke theaterliefhebbers heeft.”

„Al heb ik tien uur in de auto gezeten om uit Frankrijk te komen, het enige wat ik kan denken als ik thuiskom is: er is weer Parade!” Max Clement (25) is student theatermaker op de HKU. In de zomer is hij vrijwilliger op De Parade, het rondreizend theaterfestival. Dit jaar staat het festival van 27 juli tot 12 augustus in het Moreelsepark in Utrecht. Max: „Het mooiste aan op De Parade werken, vind ik dat we allemaal hetzelfde doel hebben: de bezoekers het naar de zin maken. Als dat aan het eind van de dag weer gelukt is, geeft dat zo’n bevredigende ontlading.”

De koffiedames van De Parade

Nadat hij het eerste jaar bij de popcornkraam werkte, doet Max nu al drie jaar de kassa. „De kassamedewerkers zijn een beetje de koffiedames van De Parade”, vertelt hij. „Als alle voorstellingen zijn afgelopen, is De Parade nog een paar uur open. De kassa is het visitekaartje van het terrein, dus wij zitten daar soms nog drie uur koffie te drinken. Dat zorgt voor een hecht team.”

Wat Max zo leuk vindt aan het werken achter de kassa? „Het bezoekerscontact en mensen adviseren over de voorstellingen. Daarin is Utrecht echt een uitdagende stad. Utrecht heeft bezoekers die aankomen met een programmaboekje vol post-its. ‘We willen vier voorstellingen zien, we weten dat er een kwartier tussen moet zitten, maar gaat dit lukken?’, vragen ze dan bijvoorbeeld.” Amsterdam, de stad waar het festival na Utrecht naartoe gaat en waar Max ook werkt, wordt meer gekenmerkt door bezoekers die het festival zien als buitencafé. „Daar krijg je dagelijks te horen: ‘Wat is er eigenlijk in die tenten?’ Dat is een ander soort uitdagend.”

Lees het artikel op de website van het AD.