“Het lijkt me echt leuk, zo’n vriend in de muziekwereld. Elke keer mee naar allerlei optredens.” Ik ben blij dat ik weer eens een nieuwe vriendin mee heb naar een optreden van Art. Maar aangezien het haar eerste keer is bij een optreden, weet ze nog niet: een vriend in de muziek is meer dan gezellige optredens om samen met vriendinnen naartoe te gaan.
Met het succes van Arts twee bands[1], heeft hij bijna elke week wel een optreden. En hoewel ik een vrij grote groep, feest-liefhebbende vrienden heb, raakt met deze frequentie zelfs die vriendensupport uitgeput. Daarom sta ik regelmatig in mijn eentje bij een optreden.
Elke week een optreden. Van zoveel plezier wordt een mens blasé. Ik voel me soms net een kermismedewerker, die totaal immuun is geworden voor de sensaties die zijn werk teweeg brengt. Ik heb me bijvoorbeeld eens totaal staan vergapen een twee jongens die het engste elastiek-schiet apparaat bedienden op de kermis op de Dam. De passagiers van dit levensgevaarlijke ding vonden het maar wat spannend. Stijf van de adrenaline gilden ze het uit toen ze in het bakje de hemel in werden geschoten. De kermisjongens deed het echter niks. Ze hadden de trip al ontelbare malen goed zien gaan en keken dus liever op hun telefoon dan naar de passagiers die dachten dat ze de dood ingeschoten werden.
Zo is het ongeveer ook om aanhang te zijn van een band. De eerste keer dat je een nieuw liedje hoort word je blij: “cool liedje!” Na een paar keer word je blij omdat je de hele tekst kan meezingen. Maar er komt een punt dat noch de tekst, noch het liedje je nog iets doet. Dan ga je je vergrijpen aan je telefoon of vergapen aan het publiek dat wel nog helemaal jazzed wordt van de muziek.
En ook de backstage, de geheime achterkant van de optreedlocaties beginnen te vervelen. Toegegeven, soms komen Arts bands op de meest vette plekken. De Melkweg, Tivoli, Sugar Factory, bevrijdingsfestival – Heineken Music Hall moest ik helaas overslaan. Maar even vaak komen we op de meest wazige plekken zoals tochtige loodsen, kroegen die live muziek er een beetje bijdoen en muren met eierdozen beplakken om hun buren enigszins te vriend te houden, en verlaten bunkers in weilanden. Een dieptepunt was een pleintje op Almere… Do I need to say more?
Opmerkelijk genoeg ziet het er backstage altijd ongeveer hetzelfde uit. Een hok. Meestal niet groter dan twee bij vier. Daarin een paar niet bij elkaar passende, goedkope stoelen en een tafel die bezaaid ligt met halflege flessen cola, biertjes, ontplofte chipszakken, lege blikjes en andere snacks om de wachttijd door te komen. Gelukkig zit Art niet in een scène waar de naalden en spiegeltjes door de kleedkamer zwerven.
Je zou je bijna afvragen waarom ik blijf meegaan – los van het feit dat Art heel goed is in lief vragen. In mijn eentje ronddwalen in de front- en backstage gangen, hallen, hokken en zalen van de uitgaansgelegenheden. Keer op keer diezelfde playlist…
Maar op het moment dat de spotlights aangaan en de band op het podium begint, weet ik weer wat ik daar doe. Vanaf de eerste klanken staat mijn boy met zijn maten te schitteren. Het publiek luistert aandachtig of danst gehypnotiseerd mee. De muziek waar ze maandenlang aan gewerkt hebben, komt op het podium pas echt tot zijn recht.
En de meest belangrijke reden dat ik keer op keer kom is mijn lief zien shinen. Iedereen weet dat de leukste van de band[2] altijd de drummer is. En dit is mijn drummer. Hem zien spelen is mijn ultieme Loesje-moment. ‘Hoor de drummer speelt een break. Zij voelt in haar hart een steek’. Niet het uitgaan, een vriend in de muziekwereld of de privileges om overal backstage te mogen, maar mijn vriend op het podium, dat is wat elk optreden voor mij weer magisch maakt.
- Deze blog is onder meer geïnspireerd op een stripje van Vera van Groos, geweldige striptekenaar en vriendin van een muziekman. http://daily.veravangroos.nl/
[1] mijn lievelingsnummer hier te beluisteren
[2] De Beatles uitgezonderd